7-6-1944 - Dodewaard(bonegraafseweg) - Halifax III - MZ715 - 77 Sqdn - P/O A.I. Crain Verenigd Koninkrijk
De Halifax III was vrijdag 16 juni 1944 opgestegen vanaf RAF vliegveld Full Sutton. Zij was op weg naar het Duitse stadje Sterkrade om daar de synthetische benzinefabriek Fisher Tropsch te bombarderen. Deze fabriek verzag het Duitse front in Frankrijk van 10.000 ton benzine per maand.
Het was die vrijdag slecht weer, dikke wolken bedekten de aanvliegroute en het Doel. Dit kwam het precisiebombardement niet ten goede. De bommenwerpers moesten nu maar op de gok gaan bombarberen. Dit deden zij dan ook. Uit een latere verkenningsvlucht bleek dat ze toch nog 9 units van de fabriek hadden uitgeschakeld.
Het toestel was bezig met haar terugreis naar Engeland toen zij boven de Betuwe werden beschoten door een Duitse nachtjager welke waarschijnlijk van fliegerhorst Venlo afkomstig was. Het Duitse toestel werd gevlogen door Oberleutnant Greiner. Niet veel later explodeerde de Halifax III in de lucht. De brokstukken van het toestel lagen verspreid tussen Dodewaard en Ochten.
Alleen telegrafist A. Owen overleefde de crash. Hij werd opgenomen in een hospitaal en kwam daarna in Duits krijgsgevangenschap terrecht!
De bemanning bestond verder uit:
· Crain, Alan, RAAF, Pilot Officer, piloot, 21 jaar oud;
· Davies, Trevor, RAF, Flying Officer, navigator, leeftijd niet bekend;
· Gledhill, Victor, RAF, Sergeant, boordwerktuigkundige, 19 jaar oud;
· Braid, Alexander, RAAF, Warrant Officer, boordschutter, 26 jaar oud;
· Burns, Alfred, RAAF, Flight Sergeant, boordschutter, 21 jaar oud;
· Tiernan, Patrick, RAAF, Flight Sergeant, boordschutter, 29 jaar oud.
Vier van de overgebleven bemanningsleden werden door de Duitsers op 20 juni 1944 met militaire eer begraven te Uden.
Het was die vrijdag slecht weer, dikke wolken bedekten de aanvliegroute en het Doel. Dit kwam het precisiebombardement niet ten goede. De bommenwerpers moesten nu maar op de gok gaan bombarberen. Dit deden zij dan ook. Uit een latere verkenningsvlucht bleek dat ze toch nog 9 units van de fabriek hadden uitgeschakeld.
Het toestel was bezig met haar terugreis naar Engeland toen zij boven de Betuwe werden beschoten door een Duitse nachtjager welke waarschijnlijk van fliegerhorst Venlo afkomstig was. Het Duitse toestel werd gevlogen door Oberleutnant Greiner. Niet veel later explodeerde de Halifax III in de lucht. De brokstukken van het toestel lagen verspreid tussen Dodewaard en Ochten.
Alleen telegrafist A. Owen overleefde de crash. Hij werd opgenomen in een hospitaal en kwam daarna in Duits krijgsgevangenschap terrecht!
De bemanning bestond verder uit:
· Crain, Alan, RAAF, Pilot Officer, piloot, 21 jaar oud;
· Davies, Trevor, RAF, Flying Officer, navigator, leeftijd niet bekend;
· Gledhill, Victor, RAF, Sergeant, boordwerktuigkundige, 19 jaar oud;
· Braid, Alexander, RAAF, Warrant Officer, boordschutter, 26 jaar oud;
· Burns, Alfred, RAAF, Flight Sergeant, boordschutter, 21 jaar oud;
· Tiernan, Patrick, RAAF, Flight Sergeant, boordschutter, 29 jaar oud.
Vier van de overgebleven bemanningsleden werden door de Duitsers op 20 juni 1944 met militaire eer begraven te Uden.
De twee Australische boordschutters, Alfred John Burns en Patrick Edward Thomas Tiernan, werden later gevonden. Daardoor zijn zij niet in Uden begraven maar in Dodewaard zelf.
18-9-1944 - Dodewaard(panoven de Vree) - Dakota III - KG570 - 512 Sqdn - S/ldr G.T. Southgate - Verenigd Koninkrijk
Op 18 September 1944 steeg een Engelse Dakota op vanaf vliegveld Hendon in het Verenigd Koninkrijk. Dit was de Thuisbasis van het 512 Sqdn. De Dakota III had het volgende doel: Het wegbrengen van een Glider richting Arnhem. Zover kwamen zij echter niet. Boven de Betuwe werd het toestel geraakt door Duitse Flak. De glider die zij trokken kon nog worden losgekoppeld. Het toestel kwam uiteindelijk neer tussen Dodewaard en Wely.
De bemanning van het toestel bestond uit de volgende vier personen:
l Squadron Leader G.T. Southgate, piloot.
l Flight Lieutnant A.E. Saunders, co-piloot.
l Flight Lieutnant S.W. Bryant, navigator.
l Flying Officer J.H. Parry, boordwerktuigkundige.
Geen van de bemanningsleden kwam om bij de crash. Wel waren zij allen gewond, maar ze wisten veilig bij het brandende wrak vandaan te komen. Op 24 September 1944 voegden zij zich weer bij hun eigen troepen.
l Squadron Leader G.T. Southgate, piloot.
l Flight Lieutnant A.E. Saunders, co-piloot.
l Flight Lieutnant S.W. Bryant, navigator.
l Flying Officer J.H. Parry, boordwerktuigkundige.
Geen van de bemanningsleden kwam om bij de crash. Wel waren zij allen gewond, maar ze wisten veilig bij het brandende wrak vandaan te komen. Op 24 September 1944 voegden zij zich weer bij hun eigen troepen.